maandag 8 december 2014

Office Space

Dag op dag tien (10!) jaar geleden deed ik als zenuwachtige, arme 19-jarige studente voor't eerst mijn werkuniform aan. Niet het mooiste dat er te vinden is (verre van) maar ik was toch blij dat ik het aan mocht.

Blij dat ik nu al werk had, amper een week nadat ik -een klein beetje voor de grap- het onderdeeltje jobs invulde, omdat ik dat toevallig zag staan toen ik eigenlijk de uren voor Bridget Jones 2 aan het opzoeken was. Dat men mij, een student met enkel 4 jaar vakantiemaand-werk-ervaring een kans wilde geven. Zelfs al zou ik na mijn maand proeftijd niet kunnen blijven dan nog was het al fijn om te weten dat ik in december een extra zakcentje zou hebben. En kijk: Vandaag doe ik mijn -intussen gelukkig iets moderner geworden- werkuniform nog steeds aan.

Of ik na 10 jaar ook niet eens iets anders wil doen? Tuurlijk! Ik kan immers niet meer zeggen dat ik dagelijks de ene uitdaging na de andere tegenkom, wat niet wil zeggen dat ik niet nog steeds blij ben, wanneer ik een dag met evenveel zieken als evenementen, tot een goed einde breng.

Maar waar ik vandaag en andere dagen vooral dankbaar voor wil zijn is dat ik dus werk heb. Dat ik vers afgestudeerd niet alleen een fulltime contract maar ook promotie aangeboden kreeg -terwijl klasgenootjes met ons net-behaalde-13-in-een-dozijn-diploma maar nergens een job vonden. Dat ik eveneens werk had gedurende het grootste deel van mijn studententijd. Dat ik mijn school daardoor zelf heb gefinancierd en dat ik tijdens mijn studies ook op eigen benen ging staan en (naar het einde van mijn studie) een huis gekocht heb, zonder financiële hulp van mijn ouders. Dat ik mijn lief er heb leren kennen en nog zóveel fijne mensen. Dat ik in het weekend werk en dus in de week, overdag naar de Delhaize kan (door omstandigheden was ik zaterdag op de Meir, als ik er niet afgesproken had, ik was teruggekeerd, wat een hel!). Dat onze baas vreselijk enthousiast reageerde toen wij vertelden dat er een kindje op komst was. Dat wij bijna een jaar afwisselend werkten -inclusief Olivia doorgeven op het werk- en dat dat allemaal goed was. Dat wij ouderschapsverlof kunnen nemen. Dat ik nog altijd zoveel mag kolven als ik wil (als ik het maar goed time). Dat ik maar 10 minuten moet fietsen en ik ben thuis. Dat ik het toch wel getroffen heb.



En toch is het werk iets waar ik hier heel bewust amper over schrijf. Aan verhalen over klanten en collega's is er nochtans geen gebrek. Net zoals de reactie ook absoluut ALTIJD dezelfde is wanneer je tegen kennissen of wildvreemden vertelt waar je werkt.

Wildvreemde 1: Ah, maar daar kom ik niet meer hoor (soms gevolgd door één of ander dwaas verhaal over het waarom). Ik ga bij de concurrentie.

Wildvreemde 2: [na het horen dat ik gratis naar de film mag, met 2] Mag ik eens mee naar de film?

Wildvreemde 3: Kan jij mij de poster van ... bezorgen?

Wildvreemde 4: Wat is een goeie film?

De antwoorden zijn respectievelijk: whatever, misschienalsjijtofbent, nee, andersmoetgetinterneteensopendoeneneenreviewlezen ikweettochnietwatjijleukvindt

Kunnen we dus alstublieft afspreken dat u de komende 10 jaar een originelere insteek zoekt om het met mij over mijn werk te hebben?

Dank bij voorbaat!

Geen opmerkingen: